Neusbijholten zijn luchthoudende ruimten in de schedel en kunnen tijdens het duiken voor problemen zorgen. Welke holten vooral op drukverschillen reageren, wordt uitgelegd door het DUIKEN-artsenteam.
Misschien ken je het wel. Vol enthousiasme begin je aan de duik en na enkele meters voel je een stekende pijn in je voorhoofd. Er zit niets anders op – terug naar boven. Er zijn duikers die daarbij ook nog eens een harde fluittoon horen. En anderen voelen hun oor tijdens het opstijgen ‘ploppen’ en zien bij het bovenkomen dat er bloed in hun masker zit. Dit heeft allemaal te maken met de holten die in verbinding staan met de neus: de neusbijholten, of in medische termen sinus paranasales.
Neusbijholten zijn met lucht gevulde holle ruimten in de schedel. Wat hun biologische functie is, is nog altijd niet helemaal duidelijk. Er doen theorieën de ronde dat de holten het gewicht van de schedel verminderen, maar andere theorieën stellen dat ze dienen als klankkast tijdens het praten. Tot de neusbijholten behoren de kaak-, voorhoofds- en wiggebeensholten. Ook heb je de zeefbeencellen, een aantal kleine holten die met elkaar in verbinding staan.
Alle holten staan via een kanaaltje in directe verbinding met de neusholte en zijn bekleed met slijmvlies. Via de neusgaten kom je aan weerszijden in een grote ruimte, de neusholte, die voorzien is van dunne botplaten waarmee het inwendig oppervlak van de neusholte kan worden vergroot. Hier wordt de ingeademde lucht verwarmd, bevochtigd en gezuiverd. Dit proces gaat in de luchtpijp en de bronchiën verder. Aangezien het slijmvlies van de neus opzwelt bij een verkoudheid of wanneer het geprikkeld wordt, kun je als duiker een probleem ondervinden: de verbindingskanaaltjes tussen de neusbijholten en de neusholte worden geblokkeerd, waardoor het slijm niet afgevoerd kan worden. Dit slijm hoopt zich op en dat resulteert in een drukkend gevoel. Als gevolg van ziektekiemen kunnen zich etterige ontstekingen voordoen, die weer een bijholteontsteking of sinusitis tot gevolg hebben. Sinusitis kan acuut zijn, meestal het gevolg van een verkoudheid, maar ook chronisch.
Prop in het oor? Je kunt wel klaren, maar het gas kan niet meer weg.
Niet zelden speelt de aanwezigheid van slijmvliespoliepen in de bijholte hierbij een rol. Deze poliepen kunnen, ook als je er anders geen last van hebt, tijdens het duiken voor problemen zorgen. Al deze symptomen die door de neusbijholten tijdens de duik kunnen optreden, zijn te herleiden naar de Wet van Boyle en van Mariotte: hoe kleiner het volume van de opgesloten lucht, des te groter de druk. We hebben het hier over een barotrauma. Als je duikt, neemt de druk toe naarmate je dieper gaat – dat is bekend. Aangezien de cellen van de lichaamsweefsels met vocht zijn gevuld en niet echt samendrukbaar zijn, zijn veranderingen in de omgevingsdruk alleen in de met gas gevulde holle ruimten merkbaar. Als gevolg van compressie of decompressie van de gassen kunnen zich drukverschillen voordoen. Er wordt daarbij onderscheid gemaakt tussen een barotrauma als gevolg van onderdruk en overdruk.
Onderdrukbarotrauma
In het geval van een barotrauma dat door een relatieve onderdruk wordt veroorzaakt, is er sprake van een zuigende werking op de wanden van de luchthoudende ruimte. Als de afname van het volume niet wordt gecompenseerd door de aanvoer van gas, kunnen de wanden in meer of mindere mate beschadigd raken. Niet alleen bloedingen of bloeduitstortingen zijn denkbaar, ook kunnen zeer kwetsbare delen van de holte scheuren. Deze vorm van een barotrauma treedt op tijdens de compressiefase van de duik. Vergelijk het maar met een blauwe plek op je arm, ook die wordt veroorzaakt door onderdruk.
Als je voor de duik al last hebt van je voorhoofdsholten, ga dan niet duiken.
Overdrukbarotrauma
Als het uitzettende gas geen kant op kan, is er ten opzichte van de omgevingsdruk sprake van overdruk. In extreme gevallen kan het weefsel uiteindelijk scheuren. Dit valt het beste uit te leggen aan de hand van een luchtballon die op grotere diepte met lucht wordt gevuld en dichtgeknoopt. Tijdens de opstijging zet de lucht uit totdat de ballon uiteindelijk knapt. Hetzelfde gebeurt in het lichaam: als het gas blijft uitzetten, kan de wand van de luchtgevulde ruimte op de zwakste plek scheuren. De bekendste variant is een barotrauma van het middenoor – ook in dit geval is er sprake van een holte, de trommelholte, die zich achter het trommelvlies bevindt en als klankkast voor het trommelvlies en als ‘versnellingsbak’ voor de gehoorbeentjes dient. Op grond van structuur is vooral het middenoor gevoelig voor traumatisering door druk. De meeste barotrauma’s ontstaan al tijdens de afdaling wanneer de duiker te laat begint met klaren of dit helemaal verzuimt te doen. Door de relatieve onderdruk wordt het trommelvlies naar binnen gezogen, wat meestal gepaard gaat met een pijnlijk gevoel. Tegelijkertijd vullen de kleine bloedvaten, die door het trommelvlies lopen, zich met meer bloed – het vlies is dan ook na de duik nog duidelijk roder dan gebruikelijk.
Daal je verder af, dan treedt er een bloeduitstorting in de trommelholte op (het middenoor dus), aangezien er vocht door de cellen van de holte wordt afgescheiden. Dit vocht is helder en niet bijzonder troebel. Bij onderzoek van het oor met een otoscoop kan de opeenhoping van vocht achter het trommelvlies goed worden gezien. Neemt de druk verder toe, dan barsten kleine vaten en komt er meer bloed vrij. Vroeg of laat is de druk voor het trommelvlies te groot en scheurt. Als dat gebeurt, is weliswaar de ergste pijn geleden, maar is er tegelijk sprake van een zeer gevaarlijke situatie voor de duiker. Het binnenstromende water brengt een plotselinge verandering van temperatuur in het middenoor teweeg. Je wordt duizelig en verliest je oriëntatie omdat het aangrenzende binnenoor enorm geïrriteerd wordt.
Hoewel het zelden voorkomt dat het trommelvlies scheurt, zijn bij vele duikers wel kleinere beschadigingen als gevolg van een barotrauma vastgesteld. Voor zover bekend is bij driekwart van alle duikers na een meerdaagse duikvakantie sprake van een rood trommelvlies, wat bijna altijd betekent dat het vlies enorm is gerekt. Om een dergelijk barotrauma te voorkomen is het belangrijk dat je op tijd je oren klaart. Wie neusdruppels gebruikt, kan tijdens de opstijging te maken krijgen met een overdrukbarotrauma: als de druppels voor het einde van de duik zijn uitgewerkt, is het na een probleemloze afdaling mogelijk dat het slijmvlies opnieuw opzwelt. De uitzettende lucht kan niet meer weg. Het trommelvlies wordt steeds verder opgerekt en kan scheuren.
Barotrauma binnenoor
Een ernstige vorm is het barotrauma van het binnenoor. Gelukkig komt het veel minder voor dan een barotrauma van het middenoor. Maar loopt het binnenoor schade op, dan heeft dat in de meeste gevallen grote gevolgen voor de duiker. Een barotrauma van het binnenoor hangt vaak samen met een barotrauma van het middenoor: als je tijdens het afdalen problemen met klaren hebt, bolt het trommelvlies naar binnen en oefent het via de gehoorbeentjes druk uit op het ovale venster. Probeer je dan met alle macht toch te klaren, dan kan het vlies van het ronde venster scheuren. Maar ook als het klaren ineens wel lukt, kan het binnenoor beschadigen: de gehoorbeentjes worden dan met het trommelvlies plotseling naar buiten geduwd, waardoor het ovale venster scheurt.
Dit kan ook tijdens de opstijging gebeuren wanneer de overdruk in het middenoor ineens wegvalt. Door dergelijke beschadigingen komt er vocht uit het slakkenhuis vrij: niet alleen treedt er plotseling gehoorverlies op, maar ook oorsuizen (tinnitus) en duizeligheid treden op. Bij een dergelijke beschadiging moet je direct naar de KNO-arts. Een gerichte behandeling of zelfs operatie kan noodzakelijk zijn.
Verstopte bijholten: dat voel je tijdens de opstijging.
Trauma bijholten
Neusbijholten zijn in tegen-stelling tot het middenoor minder gevoelig voor een barotrauma. De reden is dat deze holten niet door dunne huid (trommelvlies) worden afgesloten. Maar dat wil niet zeggen dat je tijdens het duiken nergens last van kunt krijgen. Net als in het geval van het middenoor staan ook de neusbijholten in verbinding met de keelholte. De luchttoevoer en het gelijkmaken van de druk vinden automatisch plaats – daar hoef je als duiker zelf niets aan te doen. Zeker als je verkouden bent of als er sprake is van een chronische infectie, kan het gelijkmaken van de druk minder gemakkelijk gaan.
De symptomen verschillen per holte. Gebruikelijk is dat je pijn voelt rond de wangen of het voorhoofd – vaak een stekende pijn. Maar je kunt ook langs de ogen klachten hebben. In de holte zelf wordt er meer slijm gevormd of er ontstaat een bloeding. Eenmaal boven water lijkt het dan of je een bloedneus hebt, maar dit is het slijm dat dan wordt afgevoerd. In de bijholten kan zich ook een overdrukbarotrauma voordoen wanneer je weliswaar tijdens de afdaling kunt klaren maar het uitzettende gas niet weg kan. Het is mogelijk dat er een prop (slijmvliespoliep) zit die de uitgang van de holte blokkeert. Het gevolg is een hevige pijn rond die plek. In extreme gevallen – gelukkig zelden – kan zelfs de benen wand van de holte beschadigd raken.
Probleem kaakholten
In deze context is met name het trekken van kiezen relevant: als het kiezen van de bovenkaak zijn, kan het zijn dat de wortels doorlopen tot in de kaakholte. De tandarts kan dit meestal op een röntgenfoto zien. Als een dergelijke kies getrokken wordt, is de kaakholte mogelijk open of wordt deze afgesloten door slijmvlies of een botsplinter. Je mag dan pas weer duiken als de wond helemaal dicht is. Anders heb je kans op een barotrauma.
Barotrauma masker
Duikmaskers en zwembrillen vormen ook een luchthoudende ruimte waar zich druk-verschillen voordoen. In het masker kan een barotrauma van de huid of ogen voorkomen, de zogenaamde squeeze. De lucht in het masker is onderhevig aan de natuurkundige wetten en wordt tijdens de afdaling samengedrukt. Hierdoor ontstaat onderdruk. Het gevolg is dat het masker naarmate je dieper komt, steeds verder in het gezicht wordt geperst. Door de zuigende werking kunnen er bloeduitstortingen ontstaan op de huid van het gelaat, het bindvlies van het oog en de oogleden. Ook een bloedneus is mogelijk.
Bloeddoorlopen ogen na een maskersqueeze.
Voor zover nu bekend heeft het geen ernstige oogbeschadigingen tot gevolg, maar we raden je wel aan een bezoek aan de oogarts te brengen. Je kunt maskersqueeze voorkomen door naarmate je dieper gaat, regelmatig in het masker uit te ademen zodat je de druk gelijk maakt. Zwembrillen die niet de neus omsluiten zijn niet aan te raden voor duikers. Een klein onderzoek heeft uitgewezen dat gebruikers van een zwembril tot twee meter diepte geen schade in de vorm van een barotrauma oplopen. Maar voor duiken, freediven en snorkelen zijn de brilletjes absoluut ongeschikt. Niet gebruiken dus!
In detail: Luchthoudende neusbijholten
Gevoelig voor ontstekingen: de neus met voorhoofds-, wiggebeens- en kaakholten en zeefbeencellen. Waar deze holten toe dienen, is omstreden. Duikers kunnen tijdens de afdaling en opstijging te maken krijgen met een barotrauma.
Compressie, de druk gelijk maken
Aan de oppervlakte (1) is de druk gelijk. Daal je af (de compressiefase), dan ontstaat er overdruk (2), die van invloed is op het trommelvlies en via klaren (3) weer geneutraliseerd wordt.
Tekst: Claus-Martin Muth en Tim Piepho Foto‘s: Wolfgang Pölzer Illustraties: S. Timmann
Bekijk ook: Lucht, nitrox en vermoeidheid