Op het einde van de 19e eeuw, werden rond de stad Kaunas in Litouwen in totaal negen forten gebouwd. Tijdens de bezetting van de Sovjet-Unie werden de forten gebruikt als gevangenis, en als doorvoerbasis om gevangenen naar de werkkampen te brengen.
Tekst en foto’s: Stefan Panis
In de Tweede Wereldoorlog werden de forten bezet door de Nazi’s en werden er volgens betrouwbare bronnen tussen de 45.000 en 50.000 Joden omgebracht. De meesten van hen werden uit het getto van Kovno gehaald en naar de forten gebracht waar ze werden geëxecuteerd.
Het getto van Kovno was opgezet door de Nazi’s om de Litouwse Joden vast te houden. Op het hoogtepunt verbleven er 29.000 mensen, waarvan de meesten naar concentratiekampen of uitroeiingskampen werden gebracht, of naar het fort. Slechts 500 Joden konden ontsnappen uit Kovno. Zij sloten zich aan bij de Sovjettroepen, die opereerden vanuit de bossen van Zuidoost-Litouwen.
Op 8 Juli 1944 verlieten de Duitsers het kamp en brandden het plat met dynamiet en granaten. Hierbij werden meer dan 2.000 mensen levend verbrand of doodgeschoten bij pogingen om te ontkomen. In 1958 werd het Negende Fort ingericht als museum.
In 196O werden de massagraven ontdekt en werd er gestart met forensisch onderzoek, in een poging om kennis te vergaren over de omvang van de gruwelijke misdaden.
Fortas VIII
Het Achtste Fort was het eerste fort dat naast de rode baksteen ook een betonnen versteviging kreeg. Ook werd dit het eerste fort met elektrische bedrading. Na de oplevering werd echter duidelijk dat het als verdedigingsbouwwerk een mislukking was omdat het op en tussen heuvels lag en zodoende een makkelijk doelwit vormde voor de vijand.
Tegenwoordig zijn de meeste van de negen forten van Kaunas, uitgezonderd het negende waarin het museum is gevestigd, in verval geraakt of terug geclaimd door de natuur.
Zo ook het Achtste Fort. Het ligt inmiddels verscholen in een groene gordel tussen de appartementenblokken van de stad en is grotendeels overwoekerd. Het fort is min of meer vergeten; de omgeving wordt door de lokale bevolking als tuin gebruikt.
Volgens verschillende bronnen is het fort zelf ondergelopen en bestaat er geen inventaris van wat er nog te vinden of te zien is.
De planning van een duik
In het voorjaar van 2020, word ik uitgenodigd om deel te nemen aan een wrakduikexpeditie in Litouwen en ik herinner me het verhaal van het fort van Kaunas.
Tijdens de beurs boot in Düsseldorf, spreek ik met de schipper van ons expeditieschip in Litouwen, Linas Doublys, en vraag ik hem of er lokale grotduikers zijn die me zouden willen assisteren bij een duik op deze plek.
Ik krijg bericht dat Eduardas Marauskas en Vytis Vilkas bereid zijn om mee te duiken. Ik besluit met de wagen de 2.300 kilometer naar Litouwen te rijden, zodat ik enkele dagen voor de wrakexpeditie naar Kaunas kan gaan om in het Achtste Fort te duiken.
Duik in een donker verleden
Voordat we gaan duiken, bezoeken we het museum in het Negende Fort. Zo kunnen we ons een beeld vormen van de lay-out van het fort en komen we meer te weten over wat er in de oorlog is gebeurd. Het bezoek maakt diepe indruk op mij.
Nadat we ons materiaal in de jeep van Vytis hebben overgeladen, rijden we door naar het fort; een hele onderneming daar het op en tussen de heuvels is gelegen. Eduardas heeft de ondergelopen ingang al eerder gevonden en heeft een lijn gelegd in het systeem.
Via de gang zwemmen we de hoofdgang in van het fort, waar we al snel op een kruispunt komen. We slaan rechtsaf, en daar zie ik een massieve eiken deur die uit zijn scharnieren is gezakt. Ik vermoed dat de deur een origineel is uit de tijd van de bouw, eind 1800.
Via de kamer komen we in een ruimte waar de resten staan van een dieselgenerator; het onderstel en de wielen zijn duidelijk herkenbaar.
De motor ligt ernaast op de grond. Erboven hangen grote vaten tegen het plafond, waarvan ik niet begrijp waar ze voor hebben gediend. Als we verder de kamer in zwemmen en ik grote gaten in de vloer zie, besef ik dat het de dieseltanks zijn die na het onderlopen van het fort uit hun put zijn gedreven.
Terug via het kruispunt zwemmen we de volgende gang in. Hier zien we dezelfde geleiders die we in het museum van het Negende Fort zagen.
Verderop staat een houten kistje in een nis waarin vermoedelijk explosieven werden bewaard.
In een lange gang en op de bodem liggen plafondlampen en wat verderop staan lege artilleriekisten. We zwemmen een volgende kamer binnen, en hier ligt een zware ijzeren deur op de grond, identiek aan de deur van de cel die we in het Negende Fort hebben bezocht. Een koude rilling loopt over mijn rug.
Zware explosie
We duiken dieper het fort in, waar plotseling de omgeving verandert. In plaats van de gladde muren zien we hier afgebrokkeld beton met daaronder de rode bakstenen van de binnenmuur. Verderop wordt het een ware ravage, met overal puin en betonblokken.
Onderzoek leert ons later dat dit het munitiedepot is, waarin aan het eind van de oorlog een zware explosie heeft plaatsgevonden, al dan niet opzettelijk om het fort te vernietigen of om iets te verbergen. De gang is vanaf hier volledig versperd en we zijn genoodzaakt om terug te zwemmen.
Ik vermoed dat er zo’n 400 à 500 meter aan gangen is waarin je kunt duiken in dit fort. Het is niet echt enorm, maar deze ‘kleine’ duik heeft voor mij een grote betekenis: «Lest we forget».