Weer laten ze mij wegdromen naar de schorpioenvis in het tropische water. De gelijkenis tussen de zeedonderpad en de schorpioenvis is dan ook groot. Maar door het koude water van de Oosterschelde en doorgaans gure weersomstandigheden in ons kikkerlandje, ben je al snel terug in de werkelijkheid. En dat het zo koud is, komt omdat de voortplantingsperiode van de zeedonderpadden valt in hartje winter. Afzien dan maar, want dit spektakel wil ik niet missen.
Tekst en foto’s: Janny Bosman
Zeedonderpad, we hebben een gewone en we hebben een groene in het zoute water van Nederland. Het grote verschil zit ’m in een huidflapje aan weerszijden van de bek. Jawel, zo simpel is het. Tijdens de duik zal de focus dus moeten liggen op dat huidflapje om het onderscheid te maken.
Maar dat is niet altijd eenvoudig. Ze zwemmen weg voordat je het weet. Of het bekje ligt zo, dat het eenvoudig niet te beoordelen is. Dan maken we foto’s en kijken terug, of we zien het later wel. Alsof ik anders geen foto’s van dit prachtige visje zou nemen! Wanneer we het over een ‘groene zeedonderpad’ hebben, Taurulus bubalis, zou je toch denken dat het verschil eenvoudig is, de kleur bepaalt het onderscheid.
Echter in de paaiperiode van de zeedonderpadden, zijn ook hier de paaikleuren veelzijdig en mooi, maar ook misleidend. Doorgaans is de ‘gewone zeedonderpad’, Myoxocephalus scorpius, bruin/grijs van kleur en de ‘groene zeedonderpad’ inderdaad groen.
Zeedonderpadden zijn bodemdieren en hun voedsel bestaat grotendeels uit garnalen en kleine visjes. De voortplantingsperiode valt in de wintermaanden. Bij het overgrote deel van andere vissoorten is sprake van paaien, de uitwendige bevruchting. Het vrouwtje zet hierbij eieren af en het mannetje bevrucht gelijktijdig de eitjes met hom.
Zeedonderpadden hebben echter een inwendige bevruchting, de paring. Ook hier beschermt het mannetje de eitjes tegen krabben en andere vijanden totdat deze zijn uitgekomen, een periode van zo’n zes weken heeft hij het druk met de broedzorg.
Koude momenten in de Oosterschelde
Deze winter volg ik al vijf weken zeedonderpadden. Een ‘groene’ met een klomp eitjes bij duikstek Anna Jacobapolder in de Oosterschelde. De embryo’s zie je al in de eitjes en het mannetje beschermt ze fel. Grappig is het wanneer hij met zijn borstvinnen vers en zuurstofrijk water stuwt over de eitjes. Een prima vadertje zo te zien.
Het omkleden was vandaag weer afzien, wat een kou en met die gure wind erbij vraag ik me toch steeds vaker af hoelang ik mij hiervoor telkens weer kan opladen om te gaan. Maar eenmaal onder water, ook niet echt warm, heb ik afleiding en ook het verlangen om de eitjes uit te zien komen maakt het makkelijker.
Dreischor parking
Ik neem wat foto’s, alleen het uitkomen van de eitjes gaat op dit nest de komende dagen nog niet gebeuren. Volgende week een herkansing. Maar ik heb meer pijlen op de boog. Bij Dreischor parking volg ik nog langer een nest van een ‘gewone’. Hij zit op de reefballs. Maar daar ga ik vandaag niet meer naartoe, dat komt de komende dagen wel. Twee dagen later lijkt het weer iets gunstiger en we gaan naar Dreischor. Ik heb een 60mm macro-objectief met extra voorzetlens gemonteerd en de flitsers alvast hierop afgesteld.
Vanwege het koude water met een temperatuur van twee graden, wil ik uiteraard zo min mogelijk handelingen doen. Nog een beetje bijstellen tijdens wat testfoto’s maken zodra ik onder water ben en op naar het nestje. De timing blijkt perfect want er komen regelmatig eitjes uit van de gewone zeedonderpad, wat geweldig om dit zo te zien! En nu is het werken geblazen, ik moet mij focussen op één eitje waarvan ik denk dat deze snel uitkomt.
Een hele kunst
Door de zoeker heb ik maar een beperkt zicht, ik zie alleen dat specifieke eitje. Wanneer ik even de aandacht richt op de hele eiklomp, zie ik natuurlijk weer een ‘beter’ eitje en beslis die dan maar te volgen. Maar dat levert geen goed resultaat op, even weer een andere. Ook niet, die dan.
Ik heb beelden, maar het is niet goed. Opperste concentratie nu en gaan voor de beste kans. Je ziet het gebeuren, maar vastleggen is nog een hele kunst. De kou voel ik niet meer met al die spanning en Bruno houdt alles goed in de gaten, mocht ik om wat voor reden dan ook mijzelf overschatten.
Klik, klik, dat gaat beter, het prille visje verlaat het ei en staat op de foto. We kijken samen op de display en daarna kijken we elkaar aan, tevreden geven we een high-five. En nu het water uit en een warme mok thee. Het nestje bij Anna Jacobapolder is al uit als ik daar de eerstvolgende keer weer duik. Jammer, maar ik heb ervan genoten.
Hopelijk kom ik ze nog eens tegen in de Oosterschelde als ze volwassen zijn, liefst in de zomer. Dan is het ook niet zo koud!