De wrakken van de Nederlandse onderzeeboten KXVII en O16 zijn zo goed als verdwenen. Op de locatie voor de kust van Maleisië zijn van de O16 nog enkele restanten van voor- en achterschip op de zeebodem aanwezig, van de KXVII nog slechts een afdruk in de zeebodem.

Afgelopen vrijdag maakten minister Bijleveld (Defensie) en minister van Engelshoven (OCW), mede namens minister Blok (BZ), de eerste bevindingen bekend aan de Tweede Kamer. Het gaat om twee onderzeeërs dichtbij de Tioman eilanden, de Hr. Ms O16 van gezagvoerder Bussemaker en Hr. Ms. KXVII van gezagvoerder Besançon. Het team van experts dat namens Nederland en Maleisië onderzoek op de wraklocaties heeft gedaan, keerde gisteren terug in Nederland.

Na terugkomst van het team worden de details van het onderzoek uitgewerkt. De expeditie die Nederland en Maleisië samen uitvoerden vond plaats van 28 juni tot 9 juli en werd namens Nederland geleid door de Rijksdienst voor het Cultureel Erfgoed (ministerie van OCW), in samenwerking met de Defensie Duikgroep (Koninklijke Marine). Het onderzoek bestond uit een cultuurhistorisch veldonderzoek, uitgevoerd door een voor deze gelegenheid speciaal samengesteld team van archeologen en defensiespecialisten uit Nederland en Maleisië.

Deze week herdachten de expeditieleden de omgekomen bemanningsleden van de twee onderzeeërs.

Herdenking

“Dit bericht raakt ons diep”, schrijven de ministers. “Deze wraklocaties van de schepen zijn de laatste rustplaats van de opvarenden en vormen een plek van herinnering. De nabestaanden zijn inmiddels op de hoogte gebracht.” Uit respect voor de gesneuvelden is de afgelopen week op beide locaties een herdenking gehouden door de leden van de expeditie.

Anderen lezen ook:  Diepste onderzeese eruptie ooit ontdekt

Nederland en Maleisië publiceerden een gezamenlijke verklaring over de eerste bevindingen van het onderzoek en zijn in gesprek over de te nemen vervolgstappen. Beide landen zetten zich in om te achterhalen wat er met de verdwenen wrakken gebeurd is. “Hierbij bouwen we voort op de recent ondertekende intentieverklaring tussen Nederland en Maleisië ten aanzien van maritiem erfgoed”, aldus de bewindslieden.  Voorafgaand aan dit onderzoek is met Maleisië afgesproken samen te werken op het gebied van maritiem erfgoed en beheer van Nederlandse wrakken in deze regio. Met deze expeditie is een eerste invulling gegeven aan die afspraak.

Hr.Ms. K XVII en Hr.Ms. O 16

De onderzeeboten Hr.Ms. K XVII en Hr.Ms. O 16 waren voor de oorlog gestationeerd in Nederlands-Indië om het land te verdedigen. In 1941 werden ze onder Brits commando geplaatst met als thuishaven Singapore.

De O 16 wist in de eerste dagen van de oorlog met Japan drie vijandige schepen tot zinken te brengen. Op de terugtocht naar Singapore liep de onderzeeboot, met 42 opvarenden, op 15 december 1941 in de Golf van Siam op een Japanse zeemijn. Slechts één opvarende overleefde de explosie. Hij wist na 38 uur zwemmen een eiland te bereiken.

Over de ondergang van de K XVII, die eveneens 41 levens eiste, bestaan meerdere lezingen. De officiële versie is dat de onderzeeboot op de terugweg naar Singapore op een Japanse mijn is gelopen, maar een oud-officier van de Britse geheime dienst MI5 verklaarde na de oorlog dat hij de K XVII had opgeblazen omdat de Nederlandse onderzeeër had ontdekt dat er een Japanse oorlogsvloot op weg was naar Pearl Harbor.

Mijnenlegger Hr. Ms. Medusa en de onderzeeboot Hr.Ms. K XVII.

Bron: RCE

Anderen lezen ook:  10.000 euro beurs voor creatieve kunstenaars

Bekijk ook: Samenwerking bij bescherming Nederlandse oorlogswrakken