Ze schieten weg wanneer ze zich bedreigd voelen. Als een pijl uit de boog. Het is een pijlinktvis, de Nederlandse benaming is dan ook toepasselijk. Met de wetenschappelijke naam Loligo vulgaris wordt de gewone pijlinktvis aangegeven. Zo gewoon vind ik ze niet en ze behoren tot één van mijn favorieten. Maar om ze te fotograferen, is een heel ander verhaal. Dat is afzien.
Tekst en foto’s: Janny Bosman
Pijlinktvis in Zeeland
Een inktvis in de Oosterschelde. Voordat ik met duiken begon, kon ik het me nauwelijks voorstellen. En niet alleen ik, veel Nederlanders hebben geen idee dat er inktvissen voorkomen in ‘onze wateren’. Om er een schepje bovenop te gooien, ‘we hebben zelfs vier soorten’!
De gewone pijlinktvis, de sepia en de sepiola ken ik op zeker. Die vierde onder de naam dwerginktvis vind ik lastig. Ze lijken in mijn optiek op kleine gewone pijlinktvissen, maar dan roodbruin met prachtige stippen. Maar ook zij kunnen de kleuren snel aanpassen. Ik wil mijn vingers er niet aan branden om te stellen dat dit een gewone is en dat een dwerg. Vanaf nu gaan mijn waarnemingen in dit verhaal dus over de gewone pijlinktvis en laten we de rest even zwemmen.
Asperges
Nog voor de sepia’s arriveren, zijn de gewone pijlinktvissen met de voortplanting bezig in de Oosterschelde. Het water is ongeveer 11 graden en een spontane ontmoeting met een pijlinktvis levert doorgaans geen foto op. Het gaat gewoonweg te snel en ze blijven maar zelden dicht bij je hangen. Dat moeten we dus anders aanpakken. We duiken bij de Bergse Diepsluis en zoeken naar wat hogere obstakels. De sepiastokjes die inmiddels in groten getale zijn neergezet, zijn zeer geschikt voor de pijlinktvis om hun eieren op af te zetten.
Die eieren worden in trossen geknoopt aan de stokjes en doen denken aan asperges. In elke ‘asperge’ zitten meerdere eicellen. De kunst is om in eerste instantie zo’n tros met pijlinktviseieren te vinden en dan te kijken naar de verkleuring van de eieren. Zijn ze vers? Of dagen oud? De verse zijn licht crèmekleurig en naarmate ze donkerder bruingeel worden, zijn ze ouder. Bij de oudere eieren neem ik wat foto’s, maar stop er verder geen tijd in. Wat we zoeken zijn de licht gekleurde eieren. We vinden na grondig speurwerk in dit matige zicht een tros.
Deze plek is blijkbaar in trek bij de pijlinktvissen, want de stokjes hangen al vol met wat oudere eieren en er wordt een nieuwe tros aangevuld. Het kleurverschil is duidelijk te zien. Wanneer ze zo licht van kleur zijn, dan moeten er op dit moment pijlinktvissen in de buurt zijn en hier afzetten.
Wachten, wachten… op de pijlinktvis
Nu begint de duik een heel andere dimensie te krijgen. We hangen vanaf nu stil, op afstand van de eieren, waarbij we net voldoende zicht hebben op de tros. We checken de tijd en wachten. Wanneer je geluk hebt, komen ze met enkele minuten. Bij pech hang je een uur stil en komt er niets. Maar deze verse eieren die bijna wit van kleur zijn, geven ons voldoende moed om te blijven hangen.
Wat ik nu eerst doe, is proeffoto’s maken voor de belichting en een compositie bepalen. Wanneer onze rakkers komen, heb ik wel andere dingen aan mijn hoofd. En we wachten… 8 minuten nu. Het is zeker niet de bedoeling dat mijn buddy of ik uit verveling wat gaan rondscharrelen in de buurt van de tros, want dat verstoort ons plan.
Daarom wachten we… 17 minuten. We hebben wat schimmen van de pijlinktvis gezien, maar ze zijn nog schuw. Duikers zeggen regelmatig dat ze niet begrijpen hoe foto’s worden gemaakt van pijlinktvissen, het lukt maar zelden of nooit. De clou zit hem in het geduld dat je zult moeten leveren.
Het is wachten en wachten… 34 minuten. «Ik ben niet gek om zolang stil te hangen in die kou. Daar is toch geen (piep) aan! Ik kom om te duiken hoor!» En dat klopt. Voor de pijlinktvisfoto’s zal je heel veel geduld moeten hebben en dat is een keuze die je maakt. Persoonlijk heb ik er geen moeite mee, maar ik ga wel heel doelmatig te werk zodat ik uiteindelijk meestal wel word beloond met foto’s.
Ja! Eindelijk!
En dan is het zover, we zien nu regelmatig een pijlinktvis komen en gaan. Wanneer het vrouwtje een ei wil afzetten, wordt ze vergezeld door één of meerdere mannetjes. Ze naderen de tros en we laten ze even afzetten zonder verstoring. Het afzetten door meerdere vrouwtjes gaat nu regelmatig door en het moment van fotograferen en wat dichterbij naderen, is gekomen.
Af en toe deinzen ze even terug, maar zwemmen niet uit het zicht. Ze naderen opnieuw en het eitje wordt razendsnel in de tros geknoopt. Op dat moment kan ik iets verder naar voren en neem foto’s. De pijlinktvissen blijven nu in onze buurt boven of naast ons hangen. Enkele zwemmen zelfs rakelings langs, maar die zie je pas wanneer ze bij je masker voorbij komen. Dit is het moment waar we al die koude minuten op hebben gewacht, het is beloond.
Paring pijlinktvis
Een paring binnen zicht, afzetten van eieren binnen fotoafstand, op je afkomen en snel weer naar achteren wegschieten, het gebeurt nu allemaal. Alsof ze in ons de vijand niet meer zien, en zo willen wij het ook uitstralen. Het wordt een lange duik, maar de diepte geeft ons voldoende tijd. En dat het koud zou worden, dat wisten we en dat voelen we op dit moment niet meer. Wat een geweldige vis.
De roze kleur is zo mooi. De vinzomen wapperen als rokjes langs het lijfje en de zuignapjes op de tentakels zie je gewoon, zo dichtbij zijn ze nu. Hoe ze aan die naam zijn gekomen? Gewone pijlinktvis? Voor mij een raadsel, ik zou zeggen; snelle-gracieuze-wonderschone-lieve-pijlinktvis. Maar wat dan de wetenschappelijke naam zou worden? Doe maar niet, we houden het ‘gewoon’ op gewoon.