Als duikers in het zoute water van ons mooie Zeeland herkennen we de meest voorkomende zeedieren wel. De sepia, zeedahlia, zeepaardje… Anders wordt het wanneer de vis een eerste waarneming is. Dan blijf je je maar afvragen: wat heb ik toch gezien? Ik neem je in dit artikel mee als buddy om je enkele minder voorkomende waarnemingen te tonen. Ze zijn niet uniek, maar ook weer niet zo algemeen dat je ze elke duik tegenkomt. We gaan! Het wordt een lange dag.
Tekst en foto’s: Janny Bosman
Mul in Zeeland
Hoe meer duiken je maakt in Zeeland, des te sneller je kennis groeit in herkenning van al dat moois wat leeft in de Oosterschelde, het Veerse Meer of het Grevelingenmeer. En we hoeven ook niet allemaal de onderwaterbioloog uit te hangen, maar een beetje extra kennis is welkom. Het is tenslotte toch onze hobby! Voor degene die inmiddels heel veel gezien heeft: ik hoop dat ik hiermee mooie herinneringen bij je kan oproepen. Onze eerste stop is bij de Zeelandbrug.
We zwemmen de eerste pijler voorbij en blijven koers houden links van de tweede pijler. Wanneer we in de buurt komen van de tweede pijler verandert de zandbodem, bedekt met brokkelsterren, in een veldje met kokerwormen. We scharrelen wat rond totdat ik plots een mul zie. Met de roodroze kleurpatronen is de mul (Mullus surmuletus) goed herkenbaar, ook door de twee voelsprieten bij de bek, want die zijn lang en druk in de weer om de bodem af te tasten naar voedsel. Ik heb het geluk gehad ook mul te zien bij de Bergse Diepsluis én bij de Nieuwe Kerkweg. De Oosterschelde en de Grevelingen dus, maar vaker tijdens een nachtduik.
Adderzeenaald
Aan het einde van een duik bij de Zeelandbrug zwemmen we bij hoogwater terug naar de duiktrap en we zoeken naar wat leuks tussen de wieren. En dat het leuk is wat we vinden, kan je wel zeggen: een adderzeenaald (Entelurus aequoreus)! Het is voor mij jaren geleden dat ik er een gezien heb en deze is donkerder van kleur, meer bruin/beige. Daardoor denk ik in eerste instantie aan een grote zeenaald, maar de blauwe ringen om het lijfje zijn duidelijk. Voor mij zijn de blauwe/grijze ringen de overtuigende kenmerken. De duik die al bijna was beëindigd, wordt door deze ontmoeting behoorlijk verlengd. Ik geniet volop, want zo vaak zie je ze ook weer niet.
Rode poon
Het is al donker wanneer we aankomen bij De Kabbelaar in Scharendijke. Het Grevelingenmeer ligt er prachtig bij. Vanaf de steiger gaan we te water en zwemmen naar een diepte van zeven meter en slaan dan rechtsaf richting de starttoren. Op de bodem ligt een visje die aan beide kanten van zijn kop pootjes lijkt te hebben, alsof hij loopt over de bodem, grappig. Het zijn vinstralen en de rode poon gebruikt deze inderdaad als pootjes, maar hoofdzakelijk als voelsprieten.
Wanneer de rode poon (Chelidonichthys lucerna) weg zwemt, zie je een prachtig blauwe rand om de vinnen die als vleugels uitstaan. Deze blauwe tekening is typisch voor de rode poon, maar alleen zichtbaar wanneer hij zwemt. Wat ook opvalt, zijn de grote kop en bek.
Harnasmannetje
We duiken bij de Zeelandbrug en zwemmen rechts, nog voor de tweede pijler. De diepte is een meter of zestien wanneer we bij toeval een harnasmannetje (Agonus cataphractus) tegenkomen. Het stroomt nog behoorlijk en dat maakt het niet eenvoudig om hem te fotograferen. De eerste indruk doet mij denken aan een donderpad. Wat overduidelijk de doorslag geeft, zijn de vele baarddraden bij de bek. Ze hebben een leuk snuitje dat enigszins omhoog staat. Harnasmannetjes worden niet vaak waargenomen.
Chinese wolhandkrab in Zeeland
Deze bijzondere krab kom ik tegen tijdens een duik bij de Bergse Diepsluis, maar ook in het zoete water van de Spiegelplas heb ik ze gezien. Zijn naam verklapt al dat het hier gaat om een exoot en het vermoeden bestaat dat de krab in Europa is gekomen via het ballastwater van de schepen uit Azië. Het kenmerkende aan de Chinese wolhandkrab (Eriocheir sinensis) zijn de behaarde klauwen. Het is alsof ze wollen handschoenen dragen, een grappig gezicht.
Steenbolk
Wat deze vis voor mij bijzonder maakt, is zijn schoolvorming. Veel vissen verblijven in scholen om zich onder andere beter te beschermen. De steenbolk (Trisopterus luscus) is een prachtige vis. De felle, witte banden op de bruin/roze vis maken ze herkenbaar. Onder aan de bek hebben zij één baarddraad. Een ontmoeting met zo’n school steenbolken heb ik gehad op diepte bij de Plompe Toren, bij de drop-off op twintig meter. Ook ondieper bij de Zeelandbrug en bij de Bergse Diepsluis zag ik ze. Je moet dan vaker iets naar boven kijken en dat is voor ons duikers, zeker bij matig zicht, niet vanzelfsprekend.
Kabeljauw
Deze schemerduik maken we op de Nieuwe Kerkweg en we blijven op de zandplaat, een meter of drie diep. Een jong visje komt in beeld met een typische uitstraling van een kabeljauw (Gadus morhua) door de enkele baarddraad aan de onderlip. Zijn grotere broers en zussen laten zich niet zien, maar ik ben heel blij met deze waarneming en de enkele kans die ik heb om het te fotograferen. Met de drie rugvinnen en mooie tekeningen blijft hij even hangen voor mij, bedankt vriend! Op de Noordzee bij een wrak maak je grote kans om ze te zien, maar hier in het Grevelingenmeer is het een cadeautje.
De beschreven ontmoetingen in Zeeland in dit artikel zijn mijn persoonlijke waarnemingen. Uiteraard is het geen vaste verblijfplaats van de vissen, was het maar waar!